Ga naar de inhoud van deze pagina.
Logo van Gemeente Buren
Begroting 2018
    • Algemene beschouwingen
    • Financiële beschouwingen
    • Wat is een thema?
    • Ontgroening en Vergrijzing
    • Versterking Eigen Kracht
    • Duurzaamheid
    • Inwonerszaken
    • Ruimte
    • Bedrijfsvoering
  • Taakvelden
    • Lokale Heffingen
    • Weerstandsvermogen en risicobeheersing
    • Onderhoud kapitaalgoederen
    • Financiering
    • Bedrijfsvoering
    • Verbonden partijen
    • Grondbeleid
    • Overzicht van baten en lasten in de begroting
    • Overzicht nieuw beleid 2018-2021
    • Overzicht vervangingsinvesteringen 2018-2021
    • Overzicht reserves en voorzieningen
    • Financiële analyse
    • Balans 2018-2021
    • Emu saldo
    • Algemene uitkering
    • Subsidiestaat 2018-2021
    • Specificatie overhead
    • Overzicht economische categorieën 2018-2021
    • Uitgangspunten begroting 2018
  • Home
  • Paragrafen
  • Financiering

Financiering

  • Financiering

    Inleiding, ontwikkelingen en risico's

    Inleiding
    Deze paragraaf geeft inzicht in de financieringsactiviteiten en de beleidsvoornemens ten aanzien van risicobeheer van de financieringsportefeuille. Het vermijden en beheersen van risico's op het gebied van financiering vormen een verplicht begrotingsonderdeel op basis van de Wet Fido. De nadruk ligt op het bieden van inzicht in de uitvoering van de treasuryfunctie. De belangrijkste onderdelen daarvan zijn de financiering van het gemeentebeleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn.

    Ontwikkelingen
    De wettelijke kaders voor beheersing van de financiële risico's uit de Wet Fido zijn verder uitgewerkt in het gemeentelijke uitvoeringsbesluit, het Treasurystatuut.

    Daarnaast is het BBV gewijzigd en is eind augustus 2016 door de commissie BBV een nieuwe rentenotitie BBV gepubliceerd.  In deze notitie rente wordt ingegaan op de wijzigingen in de verwerking van de rentelasten en –baten in de begroting en jaarstukken. De bepalingen en richtlijnen van deze notitie zijn in werking getreden met ingang van het begrotingsjaar 2017. Vanaf 2017 worden alle rentebaten en lasten gepresenteerd onder het taakveld Treasury. Het saldo op dit taakveld is in 2018 € 294.000 positief.

    Op basis van de nieuwe BBV-regels uit de Notitie Rente houden we in 2018 het gemiddelde rentetarief van 1% aan als rentelast (omslagrentepercentage) over de investeringen. Het gemiddelde rentetarief wordt berekend over de te verwachten rente over de kort- en langlopende leningen in 2018.
    Het bij de begroting (voor)gecalculeerde omslagrentepercentage mag binnen een marge van 0,5% worden afgerond. Het omslagrentepercentage wordt bij de begroting berekend door de werkelijk aan de taakvelden toe te rekenen rente te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa.

    Het omslagrentepercentage moet op consistente en eenduidige wijze worden toegerekend aan de individuele activa. Het is niet toegestaan om per investering of taakveld te differentiëren in het toe te rekenen rentepercentage.

    De financieringsbehoefte neemt de komende jaren af (zie de balans). In samenhang daarmee neemt de langlopende leningportefeuille af. De verwachting is dat de werkelijke rentetarieven voor kort- en langlopende leningen in 2018 iets zullen gaan stijgen.

    Risico's
    Renterisico
    Het grootste risico op het gebied van financiering is het renterisico. Dit renterisico lopen we bij het aantrekken (en eventueel uitzetten) van langlopende geldleningen. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij de herfinanciering.

    Kasgeldmiet
    Ook moeten we voldoen we aan de wettelijke kasgeldlimiet. We mogen niet meer kasgeld opnemen dan 8,5% van het bedrag van de exploitatielasten in de begroting. Voor het jaar 2018 is de kasgeldlimiet € 4,4 miljoen.

    Liquiditeitsrisico
    We lopen geen liquiditeitsrisico omdat we als gemeente voldoende leningen aan kunnen trekken waarmee we tijdig aan onze betalingsverplichtingen kunnen voldoen.

  • Financiering

    Treasurybeleid

    Treasurybeleid

    Eind 2015 is het treasurybeleid vastgesteld middels het Treasurystatuut. Hierbij is gebruikgemaakt van de Handreiking Treasury 2015 van het Ministerie van Financiën. In het statuut hebben we de wettelijke kaders voor beheersing van de financiële risico's uit de Wet Fido verder uitgewerkt. We hebben de gemeentelijke doelstellingen, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de administratieve organisatie van het beheer van liquiditeiten op korte en lange termijn beschreven. Met het vernieuwde BBV staan in de Notitie Rente 2017 de nieuwe verantwoordingsregels voor het taakveld Treasury

    In de inleiding zijn de belangrijkste treasuryfuncties aangegeven: de financiering van het gemeentebeleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De Wet Fido heeft deze functies aan strenge regels gebonden door de invoering van het schatkistbankieren in 2012.

  • Financiering

    Totaalfinanciering en rentekosten eigen vermogen

    Totaalfinanciering en rentekosten eigen vermogen
    De gemeente Buren werkt vanuit totaalfinanciering. Dat wil zeggen dat de aangetrokken leningen niet een op een gekoppeld zijn aan de investeringsprojecten of verstrekte leningen. We bundelen schulden en tegoeden. We salderen alle gemeentelijke kastekorten en -overschotten voordat we ons op de kapitaalmarkt begeven.

    Het omslagrentepercentage wordt berekend door de aan de taakvelden toe te rekenen rente te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd (zie: BBV Notitie Rente 2017). De taakvelden worden sinds 2017 voor hun kapitaalbeslag afgerekend op basis van een  rentepercentage (met een mogelijke afronding van 0,5%). Dit percentage is een mix van de (voor)gecalculeerde kosten voor aangetrokken langlopende en kortlopende leningen. Het resultaat van de omslagrente komt rechtstreeks in de exploitatie op het taakveld Treasury tot uitdrukking. Het toerekenen van omslagrente aan de taakvelden vindt plaats via het taakveld Treasury.

    Het BBV biedt vooralsnog de mogelijkheid om een rentevergoeding of inflatievergoeding over het eigen vermogen en de voorzieningen te berekenen en door te belasten aan de taakvelden. De Commissie BBV adviseert vanwege het verlangde inzicht, de eenvoud en transparantie deze systematiek niet meer toe te passen. Dit advies hebben wij vanaf 2017 overgenomen.

    In 2018 gelden voor onze begroting de volgende uitgangspunten die rekening houden met de nieuwe BBV-regelgeving:

    • Een omslagrentepercentage van 1%.
    • De 1%-omslagrente wordt gehanteerd bij de kapitaalrentelasten.
    • Er is geen rentevergoeding over het eigen vermogen (de reserves) en de voorzieningen.
    • Een uitzondering op de omslagrente van 1% bij de kapitaallasten geldt voor de grondexploitaties Doejenburg en Hooghendijck. Hier rekenen we met een percentage van 0% volgens het daarover genomen raadsbesluit (15/00539). Dat blijven we zo doen omdat we daarmee zeer waarschijnlijk voorkomen dat toegerekende rente later weer afgeboekt moet worden als verlies. We wijken hiermee gemotiveerd af van de uitspraak van de commissie BBV om niet per investering of taakveld te variëren in het toe te rekenen rentepercentage;
  • Financiering

    Risicobeheer

    Risicobeheer

    Een belangrijke doelstelling van de treasuryfunctie is het voeren van een risicomijdend treasurybeleid. Om dit te realiseren is in het Treasurystatuut vastgelegd dat de gemeente alleen leningen aan derden mag verstrekken voor de uitoefening van haar publieke taak. Ook het uitzetten van gelden moet risicomijdend zijn.

    Naast risicomijdend gedrag bij het aantrekken en uitzetten van gelden is het ook van belang dat we renteschommelingen oftewel renterisico's voorkomen. Het renterisico wordt in beeld gebracht met behulp van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beide instrumenten gebruikt de provincie bij het uitoefenen van haar toezichthoudende taak.

    Kasgeldlimiet
    De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente maximaal met rood-staan en kortlopende geldleningen mag financieren. Deze limiet is 8,5% van het bedrag van de exploitatielasten in de begroting. Voor het jaar 2018 is de kasgeldlimiet € 4,4 miljoen.

    In de periode 2013-2016 zijn vanwege een oplopende financieringsbehoefte en vanwege herfinanciering een drietal nieuwe langlopende leningen aangetrokken. In die periode is af en toe de kasgeldlimiet tijdelijk overschreden. In 2017 is geen herfinanciering van afgeloste leningen nodig. Op basis van de huidige financieringsbehoefte verwachten we dat we in 2018-2019 opnieuw moeten herfinancieren. Daarna neemt onze financieringsbehoefte zodanig af, dat dan geen extra langlopende leningen nodig zijn.

    Hieronder volgt de kasgeldlimiet en het benodigd kortlopend krediet 2018-2021:

    Renterisiconorm
    De renterisiconorm stelt dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Deze norm is bedoeld om door de jaren heen tot een goede opbouw van de leningenportefeuille te komen. Door een goede opbouw wordt het renterisico door renteaanpassingen en herfinanciering van de leningen van jaar tot jaar voldoende beperkt. Het renterisico wordt bepaald op basis van de aflossingsbedragen van onze leningen in de toekomstige jaren. Deze moeten immers (her-)gefinancierd worden tegen het dan geldende rentepercentage.

    De renterisiconorm is gebaseerd op de verwachte meerjarige begrotingscijfers. Door maximaal 20% van het begrotingstotaal per jaar af te lossen vermijden we te grote rentelasten op de langlopende leningen. De (te hoge) rentelasten leggen beslag op de begrotingsruimte en zijn nadelig voor onze gemeentelijke financiële positie.

    De rente op langlopende leningen staat voor langere tijd vast en daarmee wordt het renterisico sterk beperkt.

    Hieronder volgt een grafiek van de renterisiconorm t.o.v. het renterisico 2018-2022:

    De gemeente Buren blijft de komende jaren ruim onder de gestelde renterisiconorm van 20% van het begrotingstotaal. Het bijbehorende  normbedrag is in 2018  10,3 miljoen euro. Het bedrag dat we moeten herfinancieren omdat we lopende leningen aflossen, is ongeveer 2,7 miljoen euro.

    Leningen- en aandelenportefeuille
    Aangetrokken leningen
    We hebben 5 langlopende geldleningen aangetrokken waarvan de stand per 1-1-2018 als volgt is (in euro's):

    Oorspronkelijk bedrag

    Geldgever

    Laatste jaar aflossing

    Rentepercentage

    Leningbedrag per 1-1-2018

    Rente 2018

    5.513.430

    BNG

    2019

    4,48%

    551.343

    12.487

    6.806.703

    BNG

    2019

    4,48%

    680.670

    15.416

    5.000.000

    BNG

    2018

    1,23%

    1.000.000

    9.051

    8.000.000

    BNG

    2024

    0,93%

    5.600.000

    51.811

    3.000.000

    BNG

    2026

    0,53%

    2.700.000

    13.086

    Totaal:

    10.532.013

    101.852

    Bovenstaand overzicht is op basis van de werkelijk afgesloten leningen t/m 30-09-2017.

    Aandelen en uitgezette leningen
    De gemeente bezit 23.953 aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten. In 2018 verwachten we over 2017 een dividenduitkering van € 60.000,- te ontvangen. Dit is 50% hoger is dan in 2017. Daarnaast heeft de gemeente Buren een achtergestelde lening uitgegeven aan Vitens. Vitens betaalt ons jaarlijks een aflossing op deze lening van ongeveer € 100.000,-. Daarnaast bezit de gemeente 24.035 aandelen Vitens en verwachten we in 2018 een dividenduitkering Vitens van € 70.000,- (over 2017).

    Financieringsbehoefte
    De financieringsbehoefte geeft aan of we geld nodig hebben of geld uit kunnen zetten. In 2018 is er nog steeds een tekort aan financieringsmiddelen. De verwachting is wel dat de werkelijke uitgaven in de periode 2018-2021 de inkomsten niet of nauwelijks zullen overstijgen.

    Tabel: Financieringsbehoefte voor de periode 2018 - 2021

    Financieringsbehoefte
    (bedragen x €1.000.000)

    2018

    2019

    2020

    2021

    Materiële vaste activa

    33

    32

    31

    30

    Financiële vaste activa

    1

    1

    1

    0

    Boekwaarde grondexploitaties

    19

    16

    13

    11

    Totale behoefte

    53

    49

    45

    41

    De bedragen hierboven betreffen  de verwachte boekwaarden op 1 januari van het genoemde kalenderjaar. De boekwaarden grondexploitaties zijn gecorrigeerd met de berekende boekverliezen.

    Tabel: Financieringsmiddelen voor de periode 2018 - 2021

    Financieringsmiddelen
    (bedragen x €1.000.000)

    2018

    2019

    2020

    2021

    Reserves en voorzieningen

    32

    32

    32

    31

    Langlopende geldleningen

    11

    8

    6

    5

    Totale middelen

    43

    40

    38

    36

    Uitgezette middelen

    0

    0

    0

    0

    Totaal beschikbare middelen

    43

    40

    38

    36

    Tabel: Financieringsoverschot of -tekort voor de periode 2017-2020

    Benodigde financieringsmiddelen
    (bedragen x €1.000.000)

    2018

    2019

    2020

    2021

    Financieringsbehoefte

    53

    49

    45

    41

    Financieringsmiddelen

    43

    40

    38

    36

    Totaal tekort aan middelen

    10

    9

    7

    5

    Kredietlimiet kortlopend

    4

    4

    4

    4

    Benodigde nieuwe lang-lopende financierings-middelen

    6

    5

    3

    1

    De huidige verwachting is dat in 2018 en volgende jaren waarschijnlijk nieuwe langlopende leningen nodig zijn.

    Relatiebeheer
    De huisbankier van de gemeente Buren is de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Deze relatie is vastgelegd in een zogenaamde raamovereenkomst. Hierin zijn onder andere afspraken met betrekking tot de rentepercentages van in rekening-courant geleende gelden vastgelegd. De raamovereenkomst is in 2015 voor het laatst geactualiseerd.

    Tabel: Rentekosten en -opbrengsten 2017 en de verwachtingen voor 2018-2021

    Rentekosten en - opbrengsten
    (bedragen x €1.000)

    Werkelijk
    2017

    Verwacht
    2018

    Verwacht
    2019

    Verwacht
    2020

    Verwacht
    2021

    Toegerekende rentelasten aan reserves en voorzieningen

    0

    0

    0

    0

    0

    Te betalen rente voor kortlopende leningen

    + 21

    + 45

    + 45

    + 45

    + 45

    Te betalen rente voor langlopende geldleningen

    + 153

    + 102

    + 56

    + 47

    +38

    Te ontvangen rente over kortlopende leningen

    -10

    0

    0

    0

    0

    Te ontvangen rente over langlopende leningen

    -18

    -10

    -8

    -6

    -3

    Totale rentelasten

    146

    137

    93

    86

    80

    N.B. Bovenvermelde meerjarencijfers van de te betalen rente voor langlopende leningen zijn gebaseerd op basis van de huidige leningenportefeuille.

  • Financiering

    Indicatoren en kengetallen

    Indicatoren en kengetallen
    Klikhier voor cijfers over de netto schuldquote.

    Klik hier voor cijfers over de netto schuld per inwoner.

Zoeken