Opgave: Septembercirculaire 2017 | ||||
Onderdeel A - Inkomensmaatstaven | ||||
Maatstaf | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Waarde niet-woningen eigenaren | - 523.739 | - 523.739 | - 523.739 | - 523.739 |
Waarde niet-woningen gebruikers (onder aftrek amendement De Pater) | - 367.502 | - 367.502 | - 367.502 | - 367.502 |
Waarde woningen eigenaren | - 2.403.120 | - 2.418.719 | - 2.434.318 | - 2.449.917 |
2.459.193 | - 3.294.361 | - 3.309.960 | - 3.325.559 | - 3.341.158 |
Onderdeel B - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor van toepassing is | ||||
Maatstaf | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
OZB waarde niet-woningen | 127.649 | 127.649 | 127.649 | 127.649 |
Inwoners | 4.071.120 | 4.100.718 | 4.127.295 | 4.153.451 |
Eén-ouder-huishoudens | 140.738 | 140.677 | 140.677 | 140.677 |
Huishoudens | 990.251 | 997.039 | 1.003.826 | 1.010.614 |
Eenpersoonshuishoudens | 57.007 | 56.958 | 57.174 | 57.389 |
Inwoners: jongeren < 20 jaar | 1.471.672 | 1.465.425 | 1.459.359 | 1.453.294 |
Inwoners: ouderen > 64 jaar | 409.537 | 425.463 | 441.389 | 457.315 |
Inwoners: ouderen > 74 en < 85 jaar | 36.356 | 37.669 | 38.981 | 40.294 |
Lage inkomens | 77.350 | 77.350 | 77.350 | 77.350 |
Lage inkomens (drempel) (vanaf UJR 2016, m.i.v. septembercirculaire 2016) | 692.573 | 687.747 | 684.308 | 680.869 |
Bijstandsontvangers (vanaf UJR 2016) | 508.765 | 539.062 | 539.404 | 539.404 |
Loonkostensubsidie | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitkeringsontvangers (vanaf UJR 2016) | 102.766 | 103.856 | 103.856 | 103.856 |
Minderheden | 107.378 | 107.351 | 107.351 | 107.351 |
Klantenpotentieel lokaal | 688.352 | 692.272 | 696.192 | 700.112 |
Klantenpotentieel regionaal | 22.594 | 22.553 | 22.553 | 22.553 |
Oppervlakte land | 551.266 | 551.266 | 551.266 | 551.266 |
Oppervlakte land * bodemfactor gemeente | 410.465 | 410.465 | 410.465 | 410.465 |
Oppervlakte binnenwater | 34.285 | 34.285 | 34.285 | 34.285 |
Oppervlakte bebouwing | 162.550 | 164.336 | 166.122 | 167.906 |
Oppervlakte bebouwing woonkernen * bodemfactor woonkerne | 510.425 | 520.475 | 530.527 | 540.537 |
Oppervlakte bebouwing woonkern | 352.267 | 359.174 | 366.082 | 372.989 |
Oppervlakte bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied | 208.665 | 208.683 | 208.700 | 208.700 |
Oppervlakte bebouwing buitengebied | 230.448 | 230.448 | 230.448 | 230.448 |
Woonruimten (vanaf UJR 2016, m.i.v. septembercirculaire 2016) | 628.797 | 633.113 | 637.428 | 641.744 |
Woonruimten (vanaf UJR 2016, m.i.v. septembercirculaire 2016) * bodemfactor woonkernen | 599.436 | 603.550 | 607.664 | 611.778 |
Oppervlak historische kernen basisbedrag | 19.333 | 19.333 | 19.333 | 19.333 |
Historische waterweg | 17.917 | 17.917 | 17.917 | 17.917 |
ISV (a) stadsvernieuwing | 2.313 | 2.313 | 2.313 | 2.313 |
ISV (b) herstructurering | 311 | 311 | 311 | 311 |
Omgevingsadressendichtheid (vanaf UJR 2016, m.i.v. septembercirculaire 2016) | 213.063 | 216.042 | 219.102 | 222.184 |
Oeverlengte * bodemfactor gemeente | 41.512 | 41.512 | 41.512 | 41.512 |
Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor | 51.748 | 52.081 | 52.415 | 52.747 |
Meerkernigheid | 199.436 | 199.421 | 199.421 | 199.421 |
Kernen met 500 of meer adressen | 444.147 | 444.147 | 444.147 | 444.147 |
Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied | 376.359 | 376.390 | 376.421 | 376.421 |
Bedrijfsvestigingen | 261.507 | 261.507 | 261.507 | 261.507 |
Vast bedrag | 237.799 | 237.799 | 237.799 | 237.799 |
Subtotaal | 15.058.157 | 15.166.357 | 15.242.549 | 15.317.908 |
Onderdeel C - Uitkeringsfactor (uf) | ||||
Jaren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Uitkeringsfactor | 1.5070 | 1,5140 | 1,5140 | 1,5060 |
Subtotaal (B x C (=uf)) | 22.692.643 | 22.961.864 | 23.077.220 | 23.068.770 |
Onderdeel D - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is | ||||
Maatstaf | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Cumulatieregeling gemeentefonds (SU) | - 16.341 | - 6.405 | 0 | 0 |
Suppletieregeling OZB | - 22.404 | - 11.202 | 0 | 0 |
Subtotaal | - 38.745 | - 17.607 | 0 | 0 |
Onderdeel E - Integratie- en decentralisatie-uitkeringen waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is | ||||
Maatstaf | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) | 1.512.408 | 1.512.408 | 1.525.081 | 1.587.239 |
Impuls Brede scholen combinatiefuncties (DU) | 79.763 | 79.763 | 79.763 | 79.763 |
Decentralisatie prov. taken vergunningverlening, toezicht en handhaving (IU) | 158.576 | 158.576 | 158.576 | 158.576 |
Voorschoolse voorziening peuters (DU) | 54.791 | 73.055 | 91.319 | 109.582 |
Armoedebestrijding kinderen (DU) | 88.100 | 88.100 | 88.100 | 88.100 |
Subtotaal | 1.893.638 | 1.911.902 | 1.942.839 | 2.023.260 |
Onderdeel F - 3 D's in het sociaal domein | ||||
Maatstaf | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
decentralisatie AWBZ naar WMO (IU) | 2.911.369 | 2.877.195 | 2.872.703 | 2.887.594 |
decentralisatie jeugdzorg (IU) | 3.896.786 | 3.910.051 | 3.932.950 | 3.958.308 |
decentralisatie Participatiewet (IU) | 2.424.457 | 2.333.806 | 2.192.778 | 2.124.404 |
Subtotaal | 9.232.612 | 9.121.052 | 8.998.431 | 8.970.306 |
Algemene uitkering | 21.253.176 | 21.546.199 | 21.694.499 | 21.750.872 |
---|---|---|---|---|
Algemene uitkering, onderdeel sociaal domein | 9.232.612 | 9.121.052 | 8.998.431 | 8.970.306 |
Totaal | 30.485.788 | 30.667.251 | 30.692.930 | 30.721.178 |
Uitkomst septembercirculaire 2017 ten opzichte van de meicirculaire 2017
(bedragen x € 1.000, + = voordeel, - = nadeel)
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|
Uitkomst meicirculaire 2017 | 30.386 | 30.557 | 30.585 | 30.629 |
Verschil | + 100 | + 110 | + 108 | + 92 |
De cijfermatige specificatie is als volgt:
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|
Mutatie omvang gemeentefonds (accres) | + 75 | 0 | - 15 | - 31 |
| + 75 | 0 | - 15 | - 31 |
Ontwikkeling uitkeringsbasis | + 105 | + 183 | + 202 | + 220 |
| + 105 | + 183 | + 202 | + 220 |
Mutatie integratie / decentralisatie-uitkering | - 12 | - 12 | - 12 | -12 |
| - 12 | - 12 | - 12 | - 12 |
Sociaal domein | - 68 | - 61 | - 67 | - 85 |
| 0 | 0 | 18 | - 24 |
| - 26 | - 13 | - 17 | - 13 |
| - 42 | - 48 | - 68 | - 48 |
Saldo septembercirculaire ten opzichte van de meicirculaire | + 100 | + 110 | + 108 | + 92 |
Correctie begroting | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|
- Wet maatschappelijke ondersteuning | + 12 | + 12 | + 12 | + 12 |
- Sociaal domein | + 68 | + 61 | + 67 | + 85 |
Saldo septembercirculaire ten opzichte van de mei-circulaire na correctie begroting | + 180 | + 183 | + 187 | + 189 |
De beleidsmatige specificatie is als volgt:
Mutatie omvang gemeentefonds (accres)
De ontwikkeling van het gemeentefonds wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voorvloeiend uit de trap op trap af-methode wordt het accres genoemd.
Accres 2018-2021
Het uitkeringsjaar 2018 is positief. Zoals bekend gemaakt op Prinsjesdag geeft het kabinet meer uit aan salarissen voor leerkrachten in het primair onderwijs, Belastingdienst, Voedsel en Warenautoriteit alsmede veiligheid. De mutaties meerjarig worden niet toegelicht.
Ontwikkeling uitkeringsbasis
Bij het begrip ontwikkeling van de uitkeringsbasis bedoelen we de mutaties van de aantallen inwoners, woonruimten, leerlingen, uitkeringsgerechtigden, WOZ-waarden enzovoort. In 2017 zijn meerdere maatstaven definitief vastgesteld. Met name de maatstaven inwoners jonger dan 20 jaar (korting) en inwoners ouder dan 64 jaar (extra middelen), huishoudens en oppervlakte bebouwing zorgen meerjarig voor een toename.
Tot op heden gingen we in het verleden voorzichtig om met deze maatstaven. Meerjarig houden we een 0-lijn aan. Als gevolg van deze definitieve vaststelling en het toekomstig beeld rondom vergrijzing (zie thema ontgroening en vergrijzing) en woningbouw houden we meerjarig nu een lichte trend aan.
Mutatie integratie / decentralisatie-uitkeringen (IU / DU)
Wet maatschappelijke ondersteuning
De verdeling van de IU Wet maatschappelijke ondersteuning is landelijk aangepast vanwege het gebruik van actuelere gegevens.
Sociaal domein
Bij deze septembercirculaire doen zich op macroniveau op hoofdlijnen de volgende wijzigingen voor:
Onderdeel Wmo 2015:
In 2018 ontvangen we minder geld voor de zorginfrastructuur, uitvoeringskosten Sociale verzekerings-bank persoonsgebondenbudget trekkingrechten en de coulancegroep GGZ-B.
Verder ontvangen we vanaf 2018 minder geld voor doventolk voorziening, luisterend oor en de uitvoeringskosten VWS. Tot slot ontvangen we in 2020 minder geld voor het transformatiefonds.
Onderdeel Jeugd
Vanaf 2018 ontvangen we minder geld voor de kindertelefoon, voor de uitvoeringskosten Sociale verzekeringsbank persoonsgebondenbudget trekkingrechten en vertrouwenswerk Jeugd. Tot slot ontvangen we minder geld voor het transformatiefonds in 2020.
Onderdeel Participatie
Vanaf 2020 ontvangen we meer geld voor de Wet sociale werkvoorziening. In 2021 ontvangen we minder geld voor de No Risk polis.